Leerlingen Vinus & Eva groeien en bloeien binnen Het Hooghuis

Over de wisselwerking tussen docent en leerling

Persoonlijkheid geeft de doorslag

Het zijn twee bijzondere verhalen, van Vinus Almarou en Eva Joret. Allebei leerlingen van Het Hooghuis die een ongebruikelijke leerroute hebben afgelegd. ‘Het gaat om de wisselwerking’, zegt mentor Theo van Welie. ‘Je wilt als school kansen geven, maar de leerling moet die willen nemen. Dan komt het aan op de persoonlijkheid, van docent en leerling.’

Vinus is leerling van 5 vwo. Iets meer dan een jaar terug maakte ze een ongebruikelijke overstap: na haar eindexamen vmbo-t stroomde ze door naar 4 vwo. ‘Dat wilde ik al eerder’, vertelt ze. ‘Ik kwam indertijd in de eerste van het vmbo omdat mijn Nederlands nog niet zo goed was. We waren kort daarvoor van Syrië naar Nederland gevlucht. Maar daar zat ik onder mijn niveau, waardoor ik na de tweede graag naar 3 havo wilde. Alleen kon dat nog niet, vanwege mijn Nederlands en mijn Engels.’ Ze liet zich niet uit het veld slaan en kwam tot een nieuwe ambitie: ‘Ik wil naar de universiteit, maar voelde er niet veel voor om eerst nog twee jaar naar de havo te moeten. Vandaar mijn wens om na mijn eindexamen vmbo naar 4 vwo te gaan.’

Dat herinnert Elvera Pennings zich levendig. Pennings was toen teamleider op de locatie Titus Brandsmalyceum en nu op de locatie Mondriaan College. ‘Tijdens de open dag voor leerlingen van groep 8 kwam je naar me toe. “Bent u mevrouw Pennings? Ik wil graag doorstromen!” Dát was een binnenkomer! Even later belde Peter Paul Verbeek, indertijd teamleider op onze locatie Heesch. “Elvera, ik heb een leerling die naar 4 vwo wil.” Mijn eerste reactie was: je weet dat we dat niet doen. Waarop hij: “Ja, máár…” We raakten in gesprek, ik wilde meer over Vinus weten. Vooral over haar persoonlijkheid. Wat zijn haar sterke kanten, waar liggen de valkuilen? Peter Paul beschreef Vinus als een intelligente en gemotiveerde leerling, een doorzetter bovendien. Hij heeft me overtuigd.’

Groeikans
Als dochter van een Franse vader en een Nederlandse moeder kwam Eva Joret op 3-jarige leeftijd naar Nederland. ‘Bij het avondeten sprak ik nog heel lang Frans’, weet ze nog. Dit schooljaar wacht haar het eindexamen havo en dat wijkt af van wat vijf jaar geleden was voorzien. Aan het einde van de basisschool kreeg ze het advies vmbo-kader. Ze begon op de locatie Stadion, in de dakpanklas. Omdat daar geen Frans wordt gegeven, mocht ze twee keer per week naar de tegenovergelegen locatie Mondriaan College om daar in een brugklas aan te schuiven tijdens Frans. Eva haalde goede cijfers en mocht doorsteken naar 2 mavo/havo. Bij de volgende overgang kon ze naar 3 havo en in de vierde deed ze alvast eindexamen havo Frans. Straks prijkt er een fraaie 9 op haar eindlijst. ‘Het is mijn vadertaal’, zegt ze zelf, ‘ik heb er nooit echt hard voor hoeven leren. Het scheelt nu, in het eindexamenjaar, natuurlijk wel. Ik heb meer tijd voor het huiswerk, ik kan extra studie-uren maken. En het geeft voldoening dat ik tussendoor naar havo kon klimmen.’ Dat dankt ze mede aan Karin Hage, de teamleider onderbouw, vult Elvera aan: ‘Zij zag wie je bent en welke kwaliteiten je hebt. Daarom kreeg je een groeikans. En die heb je gepakt! Voor ons als school is dat fijn, we willen al het mogelijke doen om een leerling tot bloei te laten komen.’

Geloof in de leerling
‘Al het mogelijke’ betekent ook: afstemmen binnen het team. ‘Het gaat om de keuze tussen standaardroute en een kans geven’, verduidelijkt Elvera. Ze besprak de wens van Vinus uitvoerig in het team. ‘We hebben afgesproken dat Vinus naar 4 havo zou kunnen als het op het vwo niet lukt. Dit moet je samen willen, iedereen moet erachter staan. Dat geldt ook voor het verhaal van Eva. Je moet als team geloven in zo’n leerling.’ En dat heeft Vinus geholpen. ‘Het was echt een enorme overgang. Op het vwo ligt het tempo hoger, je moet veel meer leren en de toetsen zijn anders dan op het vmbo’, weet ze. Theo van Welie, haar mentor op het Titus Brandsmalyceum: ‘Voor een havoleerling is het vwo al een grote stap, jij hebt een nog grotere stap moeten zetten. Geen wonder dat je even tijd nodig had.’ Het team besloot haar vertrouwen te geven en vond het bevestigd. Elvera, tot Vinus: ‘Over anderhalf jaar heb je je diploma vwo! We zijn blij dat we je die kans hebben kunnen geven, maar jij hebt die waargemaakt.’

Inclusief
Verhalen als deze hebben een achterkant. Ze vragen veel van leerling én docenten: flexibiliteit, vertrouwen, doorzettingsvermogen. Elvera wijst op wat ze ‘de cultuur van Het Hooghuis’ noemt: ‘We willen er zijn voor elkaar. De route die Eva en Vinus hebben kunnen volgen, is nooit de keuze van één persoon. Er zijn altijd meer teamleiders en docenten bij betrokken. Op Het Hooghuis kennen we elkaar, dat maakt het gemakkelijker om tot zo’n besluit te komen. Want het gaat niet om de cijfertjes, het gaat om de persoon.’ Theo haakt hierop in: ‘Dat is mooi, wat je net zei: “Niet de cijfertjes maar de persoon.” Vinus’ zus studeert nu geneeskunde aan de VU in Amsterdam. Dat is een van de mooiste dingen die je als docent kunt beleven: dat een leerling ondanks moeilijkheden zó kan groeien. Het is een wisselwerking: als docenten willen we groeikansen geven, maar de leerling moet zo’n kans wel kunnen en willen grijpen.’ ‘We noemen het inclusief onderwijs, dat recht doet aan verschillen en talenten’, vult Elvera aan. ‘Vinus en Eva zijn daar mooie voorbeelden van. Ze zijn verschillend, hebben andere kwaliteiten, die ze gemotiveerd hebben ingezet. Wat deze meiden hebben gepresteerd kan niet elke leerling, ook niet als hij of zij over dezelfde of nog meer intelligentie beschikt. “Kennis is maar de helft”, zeggen we binnen Carmel, maar je kunt ook zeggen: “Intelligentie is maar de helft”. Het is de persoonlijkheid van de leerling die de doorslag geeft. Hij of zij moet willen en daaruit motivatie putten. Dat hebben Vinus en Eva laten zien.’ Theo knikt: ‘Zie ook de mogelijkheid tot gedifferentieerd examineren. Op onze locaties zijn er jaarlijks enkele leerlingen die daarvan gebruikmaken.’

Drive
Hier neemt Vinus weer het woord: ‘Ik vraag me af waarom niet meer leerlingen van die mogelijkheid gebruikmaken.’ Theo: ‘Dat is weer die persoonlijkheid. Stel de vraag maar aan jezelf. Waarom heb jij die drive, Vinus? Is dat vanwege je achtergrond in Syrië? Is de vlucht naar Nederland bepalend geweest?’ Ze denkt even na. ‘In Syrië was ik altijd de eerste van mijn klas. Ik wilde daar helemaal niet weg, ik wilde niet hoeven vluchten. Mijn zus heeft me laten zien dat we ook hier iets kunnen opbouwen. Nu ik hier ben, wil ik graag leren. Na alles wat ik heb meegemaakt, wil ik hier niet alleen maar zijn, ik wil iets bereiken en bijdragen. En iets laten zien, zodat mensen niet enkel negatief over vluchtelingen spreken.’

Tekst: Hans Morssinkhof
Bovenstaand interview is te lezen in het Carmel Magazine.