In het spotlicht: Merel Broeksteeg

Als je heel veel bezig bent met je favoriete sport, heb je dan nog wel voldoende tijd voor school? Merel Broeksteeg vertelt daar meer over in dit interview. Zij combineert school met haar passie: volleybal. Het draait in de praktijk vooral om het vinden van de juiste balans tussen sporten, school en haar vrienden. Daardoor heeft Merel de afgelopen jaren ook veel over zichzelf geleerd. Lees haar verhaal hieronder.

Merel Broeksteeg, 17 jaar
TBL, 5 vwo
Passie: Volleyballen

Wanneer ben je begonnen met volleyballen?
Toen ik vijf jaar oud was. Eerst turnde ik, maar dat vond ik niet leuk. Allebei mijn ouders volleyballen en toen zij vroegen of ik dat misschien ook wilde gaan doen, heb ik het geprobeerd. Ik ben er nooit meer mee gestopt!

Hoe vaak ben je ermee bezig?
Dit schooljaar wat minder dan voorgaande jaren, omdat ik in 5 vwo meer tijd nodig heb voor school. Ik train nu 3 keer per week bij dames 3 en 4 in Nijmegen, bij volleybalvereniging VoCASA. Elke zaterdag speel ik een wedstrijd. Hiervoor volleyde ik alle dagen van de week, behalve op woensdag.*

* Helaas kan door Corona het sporten niet doorgaan zoals we gewend zijn. Gelukkig hebben ze bij VoCASA een heel leuke en creatieve oplossing gevonden om toch te kunnen trainen. Twee keer per week wordt er door een trainer een online workout gegeven via Zoom. Alleen de teams van de dames en de heren kunnen daaraan meedoen. Zo blijven we toch met zijn allen in beweging! Ook heeft de club geregeld dat er beachvolleybaltrainingen komen. 

Waar ben je het meest trots op?
Dat ik in de selectie heb gespeeld en vorig jaar heb meegedaan aan de United World Games in Oostenrijk. Ik ben competitief ingesteld; ik vind het heel leuk om wedstrijden te spelen. Helaas kun je nu geen selectie meer spelen in Nijmegen; daar zijn ze mee gestopt. Daarvoor zou ik nu naar Apeldoorn moeten, maar dat is te ver weg. Wel doe ik binnenkort mee aan het Nederlands kampioenschap.

“Het mooie van teamsport is dat je beter wordt dankzij je teamgenoten. Je versterkt elkaar!”

 

Krijg je voor je passie ondersteuning vanuit school?
Zeker! Dankzij de topsportregeling kan mijn rooster worden aangepast als dat nodig is voor trainingen of belangrijke wedstrijden. Zelfs in de toetsweek houden ze daar rekening mee.

Hoe heeft je passie jouw ontwikkeling als mens beïnvloed?
Door het intensieve volleyballen heb ik een goed doorzettingsvermogen ontwikkeld. Het mooie van teamsport is dat je beter wordt dankzij je teamgenoten. Je versterkt elkaar. Ook heb ik geleerd keuzes te maken. Het gaat om het vinden van de juiste balans tussen sport, schoolwerk en vrienden. Voor mijn sport moet ik bijvoorbeeld weleens een feestje afzeggen, maar dat wil niet zeggen dat ik mijn vrienden niet belangrijk vind. Ik volleybal dit schooljaar bewust minder (al mis ik het vele volleyen), omdat ik graag mijn vwo-diploma wil halen.

Wat zijn je toekomstdromen?
Ik weet nu beter wat ik wil in de toekomst. Ik wil gaan studeren, daarna een goede baan vinden en ondertussen doorgaan met volleyballen. Ik zal altijd proberen daar zo goed mogelijk in te worden, maar wel op zo’n manier dat ik er plezier in blijf houden.

In het spotlicht: leerlingen en medewerkers van Het Hooghuis. 
In elke editie vertellen leerlingen en medewerkers van Het Hooghuis vol enthousiasme over hun passie én hun ervaringen op school. Hoewel hun interesses, leeftijden en achtergronden verschillen, hebben ze één ding gemeen: ze worden gedreven door een passie die hun leven kleurt. Deze mensen zetten we hier in het spotlicht. Elk verhaal is uniek, maar samen maken onze leerlingen en medewerkers Het Hooghuis en daar zijn we trots op!

Samen voor elkaar

In het spotlicht: Mick Bimbergen

Mick Bimbergen heeft een bijzondere hobby – of liever passie – waar hij elke dag mee bezig is: modelvliegen. Hij is er ook heel goed in, want hij behoort tot de beste vier modelvliegers van Nederland! Misschien stel je je bij modelvliegtuigen kleine vliegtuigjes voor die mooi in de boekenkast staan, maar het gaat hier om vliegtuigen tussen de 1.20 en 5 meter lang. Nieuwsgierig geworden? Lees dan hieronder wat Mick nog meer voor interessants te vertellen heeft over zijn passie.

Mick Bimbergen, 16 jaar
Heesch, klas 4
Passie: Modelvliegen

Hoe ben je begonnen met modelvliegen?
Het is de hobby van mijn vader. Door hem zijn mijn broer Sam en ik ook enthousiast geworden over modelvliegen. Toen ik 6 jaar was, ben ik ermee begonnen. We ontwerpen en bouwen samen modelvliegtuigen én we vliegen ermee. Er komt van alles bij kijken; je leert veel over techniek en hoe vliegen werkt. En natuurlijk is het ontzettend leuk om te doen!

Hoe gaat het bouwen in zijn werk?
Je kunt een modelvliegtuig namaken van een echt vliegtuig of een fantasievliegtuig bedenken. Je kunt eventueel een bouwpakket kopen en dat verder afwerken. Voor de straaljagers die we helemaal zelf bouwen, gebruiken we onder andere balsahout (een superlichte houtsoort), carbon, glasmat en epoxy. Deze materialen worden ook gebruikt door echte luchtvaartbedrijven; ze zitten bijvoorbeeld in de Boeing 787 Dreamliner.

En het vliegen, hoe gaat dat?
We vliegen op speciale vliegveldjes voor modelvliegtuigen in Oss en Rosmalen en op vliegbasis Deelen bij Arnhem (militair terrein). Je moet wel eerst een vliegbrevet halen, net zoals bij het echte vliegen. Daarvoor kun je lessen nemen (zowel jongeren als volwassenen). Ik doe graag mee aan wedstrijden, meestal in Nederland, maar soms ook in het buitenland (EK en WK).

“Ik wil heel graag wereldkampioen modelvliegen worden. Daar train ik fanatiek voor!”

Hoe vaak ben je ermee bezig?
Elke dag! We hebben thuis een speciale ruimte voor het bouwen. Dat kan het hele jaar doorgaan. Het vliegseizoen is van april tot en met augustus. In die periode ben ik vier dagen in de week op het vliegveld te vinden. Daarnaast vlieg ik zo’n 16 wedstrijden per jaar. Dan moet je allerlei symmetrische figuren vliegen. Dat is in combinatie met de wind een hele uitdaging. Ik train zoveel ik kan om daar zo goed mogelijk in te worden.

Waar ben je het meest trots op?
Dat ik op mijn 15e heb deelgenomen aan het WK in Italië, als allereerste jongen onder de 18 jaar. In de top van Nederland sta ik op de vierde plaats, tussen allemaal volwassenen.

Heb je toekomstdromen over je passie?
Ik wil heel graag wereldkampioen modelvliegen worden. Daar train ik fanatiek voor!
Wat school betreft: dit jaar doe ik eindexamen vmbo-t en volgend schooljaar ga ik Luchtvaarttechniek studeren in Tilburg aan het ROC (mbo). Als ik daarmee klaar ben, wil ik graag naar de TUI Fly Academy in België om daar de pilotenopleiding te volgen.

Tip van Mick: Wil je meer weten over modelvliegen? Kom dan eens kijken bij Modelvliegvereniging Delta Oss!

In het spotlicht: leerlingen en medewerkers van Het Hooghuis. 
In elke editie vertellen leerlingen en medewerkers van Het Hooghuis vol enthousiasme over hun passie én hun ervaringen op school. Hoewel hun interesses, leeftijden en achtergronden verschillen, hebben ze één ding gemeen: ze worden gedreven door een passie die hun leven kleurt. Deze mensen zetten we hier in het spotlicht. Elk verhaal is uniek, maar samen maken onze leerlingen en medewerkers Het Hooghuis en daar zijn we trots op!

Onderwijs op afstand: dit vinden onze leerlingen ervan

Nu onze scholen dicht zijn, zitten onze leerlingen thuis. Maar… we hebben keihard gewerkt om onze lessen digitaal voort te zetten. Spannend, want het is de eerste keer dat we onderwijs op afstand organiseren. En dan ook nog eens voor zóveel leerlingen tegelijk. Of het een beetje lukt? We vroegen het aan Joey (18), Nikky (16), Ryan (12) en Melissa (16).

“Tot nu toe gaat het hartstikke goed”, vertelt Joey van den Braak, leerling uit klas H5C. Hij zit in zijn examenjaar en dus doet elke les er zeker toe. “Ik ben blij dat de school en alle docenten zich zo hebben ingespannen om les op afstand te realiseren. Als examenkandidaat is het belangrijk dat ik lekker bezig kan blijven.”

Bezig blijven
Dat bezig blijven lukt Joey prima. Om structuur aan zijn dagen te geven, werkt hij zoveel mogelijk op de vaste schooltijden. Het reguliere rooster is immers ook leidend voor het onderwijs op afstand. “Dan zit ik op mijn laptop aan de keukentafel. Via Microsoft Teams kunnen we per vak heel makkelijk onze lessen volgen en opdrachten inleveren. En als je een vraag hebt, kun je die stellen in de chat. Of in de groepsapp van onze mentorklas natuurlijk, want die is er ook nog.”

“Mijn mentor heeft zijn best gedaan om Teams snel onder de knie te krijgen”

Hulp voor de mentor
Vorige week heeft Joey zijn mentor zelfs persoonlijk geholpen bij het testen van Teams. “We hebben samen gecontroleerd of alle videolinkjes goed werken en of berichten voor iedereen zichtbaar zijn. Maar bijvoorbeeld ook gecheckt hoe je kunt zien wie er wel of niet online zijn. Het was goed om te zien dat mijn mentor zo zijn best deed om Teams snel onder de knie te krijgen.”

Ook Nikky Stassar uit klas H4B is deze week begonnen met onderwijs op afstand. Ze volgt het rooster zoals ze dat normaal op school ook zou doen. “Soms begin ik wel iets later dan normaal, maar op andere momenten haal ik juist weer wat tijd in”, vertelt ze. “Als je thuis bent, heb je tussendoor ook tijd voor andere dingen, zoals mijn kamer opruimen of poetsen. In de pauze kan ik nu zelfs even hockeyen. ‘s Middags ga ik weer naar mijn kamer om mijn huiswerk af te maken. Zo vliegen de dagen best wel snel voorbij.”

Digitaal klaslokaal
Nikky vindt het fijn dat ze via Teams live met docenten in contact kan komen. Het ‘digitale klaslokaal’ werkt volgens haar dan ook prima. “Tijdens de lesuren kun je met leraren chatten. Sommigen kiezen ervoor om live les te geven, anderen nemen van tevoren een video op waarin ze dingen uitleggen. Maar vragen stellen kan eigenlijk gewoon de hele dag. En de leraren antwoorden ook best wel snel.”

“Vragen stellen kan eigenlijk de hele dag”

Wiskunde
Voor Nikky was wiskunde altijd al een favoriet vak. Teams heeft daar geen verandering in gebracht. Sterker nog: ook via de digitale weg bevalt wiskunde haar het beste. “Alles is lekker duidelijk, daar hou ik wel van. De opdrachten staan netjes klaar en de leraar staat stand-by om ons te helpen. Als klas weten we precies waar we aan toe zijn. Oók nu we thuis de wiskundelessen volgen.”

Ook voor brugklasleerlingen is het onderwijs op afstand natuurlijk even wennen. Volgens Ryan van der Linden uit klas 1GA heeft het voordelen en nadelen. “Voor sommige vakken heb ik niet het hele lesuur nodig en kan ik dus wat tijd winnen. Aan de andere kant vind ik het wel jammer dat we nu geen masterclass kunnen volgen. Maar misschien komt die digitale mogelijkheid er nog.”

Concentreren
Huiswerk maakt Ryan op zijn kamer. Of beneden in de woonkamer als het rustig is in huis. “Als ik me maar voldoende kan concentreren. Want ondanks de vrijheid die we nu hebben, moet het huiswerk natuurlijk wel gewoon gemaakt worden. Gelukkig is alles heel goed geregeld via Teams. Best knap dat onze school het zo snel voor elkaar heeft gekregen om via de computer te werken.”

“Best knap dat onze school dit zo snel voor elkaar heeft gekregen”

Communiceren
Gedurende de dag overlegt Ryan veel met zijn klasgenoten. Net zoals op school eigenlijk. “Via de groepsapp van onze klas communiceren we sowieso veel met elkaar. Dat doen we nu bijvoorbeeld ook als we een opdracht niet snappen. Daarnaast hebben we nog een groepsapp met onze mentor. Zij helpt ons ook zo goed mogelijk als we vragen hebben over methodes. Dat werkt prima!”

Als eindexamenleerling leeft Melissa van Vuuren uit klas H5E toe naar haar eindexamens. Nu ze thuis werkt, is daaraan volgens haar niets veranderd. “In principe heb ik een rooster, maar daar mag ik best een beetje van afwijken. Daardoor kan ik aandacht schenken aan de vakken waar ik me nog wat extra in moet verdiepen. In Teams staan voor elk vak voldoende opdrachten klaar.”

Avonduren
Zelfstandig werken ligt Melissa wel. Ze vindt het dan ook fijn dat ze nu zelf haar dagen in kan delen. “Als ik tussen de lessen door even wat anders wil doen, dan doe ik dat gewoon. Het fijne van werken via Teams is dat je toch altijd wel vooruit kunt. Ook in de avonduren als je wil. En dat komt goed uit, want ’s avonds heb ik momenteel tijd genoeg nu we zoveel mogelijk thuis moeten blijven.”

“Als ik tussen de lessen door even wat anders wil doen, dan doe ik dat gewoon”

Snel omgeschakeld
Net als haar medeleerlingen vindt Melissa het knap hoe haar docenten zo snel zijn omgeschakeld naar digitale lessen. “Volgens mij zijn niet alle leraren het gewend om veel met computers te werken. Maar eigenlijk merken we daar nu helemaal niks van. Ook mijn mentor is altijd bereikbaar. In onze groepsapp stuurt ze alle dingen door die belangrijk voor ons zijn. Het contact is heel goed.”

 

Lees hier het nieuwsartikel ‘onderwijs op afstand: zo hebben we het voor elkaar gebokst’. 

Informatie over de ontwikkelingen rondom de schoolexamens en eindexamens, lees je hier

 

Op de foto’s: leerlingen Joey, Melissa, Nikky & Ryan die thuis onderwijs op afstand volgen.

Onderwijs op afstand: zo hebben we het voor elkaar gebokst

Opeens moesten onze scholen dicht. Een oplossing op papier was er wel: onderwijs op afstand. Maar hoe realiseer je dat in de praktijk? We hebben de afgelopen weken bergen werk verzet. En met succes: sinds het begin van deze week volgen al onze leerlingen digitale lessen. Kartrekker Linda le Grand (beleidsmedewerker Onderwijs en ICT) vertelt hoe we daar met elkaar in zijn geslaagd.

Het is woensdagmiddag 17.30 uur. Opgelucht kijkt Linda naar een overzicht van inkomende berichten in Microsoft Teams, de digitale omgeving waarin onze leerlingen hun dagelijkse lessen volgen. “Er komen veel minder vragen binnen dan ik dacht”, stelt ze tevreden. “Dat wijst erop dat de meeste leerlingen hun weg goed weten te vinden. Geloof me, dat is zó’n pak van m’n hart…”

Grote missie
Als beleidsmedewerker Onderwijs en ICT adviseert Linda onze directie over digitale toepassingen en technologieën die het onderwijs op onze scholen kunnen aanvullen. Toen ze twee weken geleden het gevoel kreeg dat fysiek onderwijs weleens onmogelijk kon gaan worden, begon ze aan een grote missie: onderwijs op afstand mogelijk maken voor alle leerlingen van Het Hooghuis.

“Enkele docenten zaten al ziek thuis”, vertelt Linda. “En ook ouders maakten zich in toenemende mate zorgen. Daardoor hielden we al in een vroeg stadium rekening met het scenario dat onze scholen moesten sluiten. Daarbij was er maar één ding belangrijk: de continuïteit van ons onderwijs. Maar om dat voor elkaar te boksen, moest er eerst nog heel wat gebeuren.”

“Er was maar één ding belangrijk: de continuïteit van ons onderwijs”

 

Van aanvullend naar vervangend
Digitaal onderwijs is natuurlijk niet nieuw op onze scholen. Sterker nog: we zijn er al relatief ver mee. Zo hebben leerlingen een eigen laptop, delen docenten soms online instructiefilmpjes en heeft iedereen toegang tot digitaal oefenmateriaal. Maar volgens Linda is het nogal een verschil om digitaal onderwijs niet op een aanvullende, maar op een vervangende manier in te zetten.

“Tot nu toe was ons digitale onderwijs aanvullend. Maar nu moest het de fysieke lessen op school in zijn geheel vervangen. De mate waarin leerlingen onze digitale leeromgeving kunnen gebruiken, vroeg dan ook om een enorme opschaling. En dan mogen we nog blij zijn dat we al over zo’n digitale omgeving beschikken. Dat maakt deze stap namelijk een stuk kleiner.”

Onderwijs op afstand inrichten
Dat opschalen was een intensieve klus. En het moest ook nog eens binnen een paar dagen gebeuren. Want vanaf het moment dat onze scholen verplicht op slot gingen, móést het onderwijs op afstand zo compleet mogelijk zijn ingericht.

Linda: “We hebben letterlijk dag en nacht doorgewerkt om alles voor elkaar te krijgen: van overleg met docenten over de inhoud van hun ‘online gereedschapskist’ tot en met het installeren en testen van modules met leerlingen. Gelukkig stellen uitgevers tegenwoordig al veel digitaal lesmateriaal ter beschikking. Daar horen ook oefeningen bij, zodat docenten de voortgang van leerlingen op afstand kunnen blijven volgen.”

“In alles hebben we geprobeerd om dicht bij de fysieke lessen te blijven en daarvan zoveel mogelijk onderdelen digitaal door te laten gaan. Dat heeft geresulteerd in ‘virtuele klaslokalen’.”

Live contact
Een belangrijk onderdeel van een fysieke les is het live contact tussen docenten en hun leerlingen. Maar juist dat was nog niet mogelijk in de bestaande digitale omgeving. Daarom kwam Linda – na groen licht van Stichting Carmelcollege – met het idee om Microsoft Teams uit te rollen. Dat maakt het onder meer mogelijk om videoverbindingen tussen meerdere deelnemers tot stand te brengen.

“In Teams zien leerlingen allerlei tegels”, aldus Linda. “Die staan voor de vakken die ze volgen. Als ze op zo’n tegel klikken, zien ze de opties die ze hebben. Ze vinden er bijvoorbeeld opdrachten die een docent heeft klaargezet. Of een video met uitleg over de theorie. Maar het mooie is: ze kunnen er ook deelnemen aan een videovergadering. Daarbij verschijnen de docent en hun klasgenoten tegelijk in beeld. Zo volgen ze de les allemaal vanuit hun eigen huis. En via de chat kunnen ze vragen stellen.”

“Iedereen gaat er vól voor, dat is fantastisch om te zien”

 

Reguliere rooster
Dankzij het harde werk van Linda en haar collega’s kunnen onze leerlingen de lessen uit hun reguliere rooster volgen. Maar dan dus op afstand in plaats van in een klaslokaal. Daarbij werken ze vanuit een digitale omgeving die ze al kennen. Volgens Linda heeft vooral dat laatste ervoor gezorgd dat de extreme overgang relatief eenvoudig is verlopen.

“Wat we hier met elkaar in heel korte tijd hebben neergezet, is echt bijzonder. In minder dan twee weken hebben we invulling gegeven aan een gigantische versnelling. Ook op andere scholen in het land werken onderwijsmedewerkers heel hard om zo goed en snel mogelijk in te spelen op deze onzekere tijden. Daarbij doen we allemaal een enorm beroep op elkaar.”

“Iedereen gaat er vól voor, dat is fantastisch om te zien”, besluit ze met emotie in haar stem. “Samen spelen we het klaar om ons onderwijs in deze extreme situatie ‘gewoon’ door te laten gaan. Dat ontroert me en maakt me hartstikke trots.”

Lees hier het nieuwsartikel ‘onderwijs op afstand: dit vinden onze leerlingen ervan’. 

Op de foto’s: leerlingen Nikky, Melissa, Joey & Ryan die thuis onderwijs op afstand volgen. 

In het spotlicht: Liene Selten

 

Liene Selten staat inmiddels 9 jaar voor de klas bij Het Hooghuis. Na haar opleiding tot docent aardrijkskunde begon ze in Heesch en daar werkt ze nu nog steeds met veel plezier. Liene is in haar werk veel bezig met onderwijsvernieuwing en vooral met formatief werken. Ze combineert haar baan met de masteropleiding ‘Leren en Innoveren’. Deze opleiding hoopt ze eind dit schooljaar af te ronden. In het interview hieronder vertelt ze meer over haar ervaringen op school en over formatief werken.

 

Liene Selten, 29 jaar                                                
Heesch, docent aardrijkskunde en Mens & Maatschappij
Passie: onderwijs en formatief werken

‘Dankzij formatief werken krijgen leerlingen de kans zich te verbeteren en te groeien’

Hoe ben je docent aardrijkskunde geworden?
Vroeger wilde ik van alles worden: juffrouw, modeontwerpster en binnenhuisarchitect. Ik koos na mijn middelbare school niet bewust voor het onderwijs, maar vooral voor aardrijkskunde. Dat vond ik op de basisschool al heel leuk. Ik mocht extra werk doen en zo begon ik met topografie. Thuis bracht ik uren door in de hal kijkend naar een enorme landkaart van Nederland. Dat vond ik prachtig. Tijdens mijn eerste stage voor de lerarenopleiding aardrijkskunde wist ik het meteen: ik wilde voor de klas!

Je bent op school veel bezig met ‘formatief werken’. Wat is dat precies?
Het betekent dat je meer aandacht besteedt aan hóe je iets doet dan aan het resultaat. Zo kom je erachter welke manier van leren bij je past. We toetsen hier in Heesch ook minder voor een cijfer. Onze leerlingen maken veel oefentoetsen om te ontdekken wat er al goed gaat en wat er nog beter kan. Zo krijgen ze de kans zich te verbeteren en te groeien. Tijdens het maken van de echte toets zijn er dan geen (vervelende) verrassingen meer.

Hoe pas je dit toe in je lessen?
In de vierde klas eindig ik bijvoorbeeld elk instructiemoment met een voorbeeldvraag uit het eindexamen. Iedereen gaat zelfstandig met die vraag aan de slag en daarna bespreken we het antwoord samen. Als docent kom ik er dan meteen achter wie er nog meer uitleg nodig heeft en wie niet. Dat werkt heel goed.

Wat geeft jou energie in je werk?
Mijn leerlingen! Ik besteed veel aandacht aan het opbouwen van een goede band met mijn leerlingen. Dat vind ik belangrijk (leerlingen komen beter tot leren) én ontzettend leuk. Ik krijg er ook energie van als ik zie dat leerlingen iets hebben bereikt waarvan ze dachten dat ze het nooit zouden kunnen. Of als leerlingen elkaar spontaan dingen gaan uitleggen en van elkaar willen leren. Dan kan mijn dag niet meer stuk!

In het spotlicht: leerlingen en medewerkers van Het Hooghuis
In elke editie vertellen leerlingen en medewerkers van Het Hooghuis vol enthousiasme over hun passie én hun ervaringen op school. Hoewel hun interesses, leeftijden en achtergronden verschillen, hebben ze één ding gemeen: ze worden gedreven door een passie die hun leven kleurt. Deze mensen zetten we hier in het spotlicht. Elk verhaal is uniek, maar samen maken onze leerlingen en medewerkers Het Hooghuis en daar zijn we trots op!

De belangrijkste doelen van het onderwijspact

 

 

Later kiezen en langer blijven leren

Dinsdag 21 januari is het onderwijspact gepresenteerd. Hierin geven onderwijsorganisaties – vertegenwoordigers van leerlingen, studenten, docenten, onderwijsondersteuners, schoolleiders, kinderopvangorganisaties en onderwijsbesturen – aan hoe zij het onderwijs van Nederland het liefste zien. Een pleidooi voor groot onderhoud aan het Nederlandse onderwijssysteem dus.

Veel van de doelen in het onderwijspact komen overeen met de visie én de dagelijkse praktijk van Het Hooghuis. Als scholengroep hebben we alle typen onderwijs in huis: van praktijkonderwijs tot en met gymnasium. Binnen Het Hooghuis is er dus altijd een passende plek voor elke leerling. Daar zorgen we actief voor door de levens van onze leerlingen te kleuren vanuit verschillende doelen die in het onderwijspact zijn gepresenteerd:

Doel: stimuleren met differentiatie en maatwerk
Alle leerlingen worden door meer differentiatie en maatwerk beter uitgedaagd en gestimuleerd om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Op Het Hooghuis zetten we daar vanaf de eerste schooldag op in met ons onderwijsconcept ‘jij kiest’. Zo is er een flexibele brugperiode waarin leerlingen het moment van studiekeuze zelf bepalen, hun eigen vakken kiezen en we natuurlijk alle profielen van het vmbo aanbieden.

Doel: doorlopende leerlijnen
Dit gaat over het realiseren van doorlopende leerlijnen tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Het Hooghuis heeft lesstof op voortgezet-onderwijs-niveau opgezet en beschikbaar gemaakt voor de SAAM-basisscholen in Oss en omgeving. Sommige leerlingen zijn namelijk al eerder dan groep 8 toe aan de volgende stap. Later in de schoolloopbaan kan zich dit nogmaals voordoen: overstap vmbo-t naar havo, en havo naar vwo. Voor hen hebben we speciale programma’s ontwikkeld om de overstap nog beter aan te laten sluiten.

Doel: doorstroom vervolgopleiding
De leerling wordt gestimuleerd, afhankelijk van capaciteiten en interesses, om voor een passend vervolg te kiezen. Dit wordt in het onderwijspact de ‘kwalificerende fase’ genoemd. Ook voor dit doel helpt de flexibele brugperiode bij de overstap. Op alle scholen van Het Hooghuis bepaalt de leerling zelf hoelang de brugperiode duurt. Dat kan één, twee of zelfs drie jaar zijn. Sommige leerlingen weten al snel welk niveau bij hen past. Anderen hebben daar meer tijd voor nodig.

Doel: begeleiding in het maken van keuzes
Alle leerlingen en studenten kunnen rekenen op intensieve en hoogwaardige begeleiding bij het maken van keuzes. Hiermee wordt onnodig wisselen en uitvallen voorkomen en bereiden we leerlingen beter voor op de keuzes die ze moeten maken in hun onderwijsloopbaan. Leerlingen kiezen zelf een aantal vakken die ze leuk vinden om te volgen, naast de andere vakken. Natuurlijk biedt Het Hooghuis ook een breed aanbod vmbo-profielen. Gecombineerd met een eigen loopbaanoriëntatie-methodiek, helpen we leerlingen de goede vervolgopleiding te kiezen.

Doel: meer regie
Leerlingen en studenten krijgen meer regie over hun eigen onderwijsprogramma. De mogelijkheden van digitalisering worden daarbij beter benut in het onderwijs. Op Het Hooghuis hebben we enkele jaren geleden al BYOD ingevoerd: Bring Your Own Device. Hiermee kunnen we – afgestemd op de leerstijl van een leerling – kiezen of het lesboek, het device of een combinatie wordt toegepast. Digitaal lesmateriaal heeft natuurlijk als voordeel dat leerlingen in hun eigen tempo kunnen leren, zich kunnen verdiepen in de stof of bijvoorbeeld op een hoger niveau de les te volgen.

In de praktijk
Wat onze leerlingen hier in de dagelijkse praktijk van merken? Brechtje Ostendorf, leerling 3 havo van het Mondriaan College, vertelt erover: “Voor ik naar 3 havo ging, heb ik twee jaar in een dakpanklas gezeten. In de eerste begon ik met vmbo-t/havo. In de tweede klas werd dat mavo/havo. Pas bij de overstap naar de derde klas was ik eraan toe om helemaal voor havo te gaan. Ik kan iedereen aanraden de tijd te nemen om te ontdekken welk niveau bij je past. Als je hard leert en steeds onvoldoendes haalt, dan past het niveau niet bij je. Als het allemaal te gemakkelijk gaat, dan kun je meer. Daar kom je vanzelf achter als je steeds je best blijft doen.”

Het Hooghuis is blij om te merken dat er al volop wordt meegewerkt aan de toekomst van het onderwijs. Op naar nog veel kleurrijke doorgroeimogelijkheden, voor onze leerlingen, voor ons onderwijsvak en voor ons. Want ook al kleurt Het Hooghuis je leven, de leerling houdt de kwasten vast.

‘Dankzij geschiedenis ga je de wereld beter begrijpen’

Judith Braam, 30 jaar                                              
TBL, docent geschiedenis
Passie: lesgeven en geschiedenis (vooral heksenjacht)

Hoe is geschiedenis ‘jouw’ vak geworden?
Als jong meisje hield ik van verhalen en sprookjes. Op de middelbare school werd er bij geschiedenis verteld over de heksenjacht. Dat boeide me meteen. Ik vind het interessant om te zien wat mensen in het verleden hebben gedaan (ook bizarre dingen) en hoe het verleden invloed heeft op onze tijd. Dankzij geschiedenis zie je alles in een groter perspectief. Je leert oorzaken en gevolgen onderzoeken én kritisch kijken.

Wilde je altijd al docent worden?
Mijn vader is sportleraar geweest en lesgeven heb ik met de paplepel ingegeven gekregen. Bovendien heb ik het altijd leuk gevonden om te leren en naar school te gaan. De lerarenopleiding was voor mij dus een logische stap. Wel heb ik eerst nog Nederlands gestudeerd. Toen bleek dat ik ‘Geschiedenis van de Nederlandse Taal’ het leukste vak vond, ben ik helemaal overgestapt naar geschiedenis. Daar ligt toch mijn hart.

Wat is je favoriete geschiedenisonderwerp?
De heksenjacht! Ik ben geboren in ’s-Heerenberg en opgegroeid vlakbij het middeleeuwse Kasteel Huis Bergh. Daar is ook een heks verbrand: Mechteld ten Ham. Na het hbo ben ik geschiedenis gaan studeren aan de universiteit. De scriptie voor mijn master heb ik over haar en de heksenjacht gedaan.

Wat wil je leerlingen vooral meegeven als je voor de klas staat?
Ik vind het belangrijk dat jongeren leren dat niet alle informatie die wordt aangeboden, zoals op internet, ook waar is. In de klas praten we over de betrouwbaarheid van bronnen, bijvoorbeeld over wat er in het nieuws komt. Daarbij stimuleer ik dat leerlingen een onderzoekende houding aannemen, samenwerken en leren van elkaar.

Wat was de grootste les voor jezelf tijdens je opleiding?
Toen ik op het hbo zat, liep ik stage in Ubbergen. Van mijn stagebegeleidster daar, Marjan van de Goor, heb ik geleerd vooral te benoemen wat goed gaat en wat je goed doet, en juist daarvan te leren. Daar heb ik tijdens mijn opleiding als docent veel vertrouwen uit gehaald. Dit geef ik nu ook door aan mijn leerlingen.

Tot slot: wat is je mooiste lesmoment tot nu toe?
Voor een project over industrialisatie hebben leerlingen met behulp van hun favoriete game ‘Minecraft’ een fabriek en arbeiderswijk nagebouwd. Heel creatief en vernieuwend! Daar was ik echt van onder de indruk.

Lekker actief bezig zijn in de sportklas

Als sport je hobby is, of zelfs je passie, kun je daar dan wat mee op school? Ja, zeker! Op ZuidWest hebben we de Sportklas. Dylan Rovers en Enea Giglio zitten nu in het tweede jaar. Ze vinden het superleuk. Hun gymdocent Willem van Santvoort is ook enthousiast. Hieronder vertellen zij wat er zo bijzonder is aan de Sportklas en waarom zij het zo leuk vinden.

De Sportklas bestaat al zo’n 17 jaar. Willem van Santvoort zat zelf als leerling in het allereerste jaar dat de Sportklas werd opgestart. Hij weet dus als geen ander wat de leerlingen die hij nu begeleidt ervaren: ‘Ik weet wat het traject inhoudt, want ik heb het zelf doorlopen. Ik herinner me heel goed dat ik voor de groep staan en presenteren in het begin heel lastig vond. Tijdens de twee jaar dat ik in de Sportklas zat, ben ik daar enorm in gegroeid. Dat herken ik nu bij mijn leerlingen.’

Wat is het verschil tussen sporten in de Sportklas en in de gewone gymlessen? Willem legt het uit: ‘Normaal gymmen leerlingen 3 uur per week. In de Sportklas is dat 5 uur. Leerlingen volgen de gewone gymlessen en daarnaast hebben ze nog 2 uur extra sport per week. Je bent in de Sportklas niet alleen bezig met sport op school, maar ook daarbuiten.’ Dylan vult aan: ‘We gaan ook zwemmen in het Golfbad en skiën op de skibaan in Oss.’ Enea: ‘Je maakt in de Sportklas kennis met een heleboel sporten. We gaan ook fitnessen, tennissen en tafeltennissen. Dylan: ‘Het is vooral erg fijn om lekker actief bezig te zijn onder schooltijd.’

Als je in de Sportklas zit, heb je ook 2 theorie-uren per week. Willem licht toe: ‘Die theorie-uren noemen we ‘Project Sport’. In de eerste klas verdiep je je bijvoorbeeld in het geven van een warming-up. Die ga je zelf voorbereiden en presenteren aan je klas. In de tweede klas bouwen we dit uit. Dan organiseer je samen met andere leerlingen een toernooi. Ook dit breng je op school in de praktijk.’

Als je extra uren sport en ook nog theorielessen over sport volgt, heb je dan niet veel meer lesuren dan andere leerlingen? Willem: ‘Daar houden we rekening mee. Leerlingen van de Sportklas volgen geen muziek en ze hebben 1 uur minder Natuur en Gezondheid en 1 uur minder Natuur en Techniek.’

Hoe weet je nu of de Sportklas iets is voor jou? Dylan: ‘Als je graag actief bezig bent, zoals ik, dan is de Sportklas zeker iets voor jou. Ik voetbal fanatiek en ik hoop later profvoetballer te worden of coach.’ Enea: ‘Je hoeft niet supergoed te zijn in sport of zo, maar je moet het wel leuk vinden. Je leert van alles over sport en zo kom je er ook achter wat je wel en niet leuk vindt en waar je goed in bent.’

Kan iedereen die dat wil de Sportklas gaan volgen? Willem: ‘We hebben de laatste jaren meer aanmeldingen gehad dan plaatsen. Iedereen die interesse heeft in de Sportklas, doet mee met een selectieprocedure. Je moet een normale basismotoriek hebben, maar je hoeft niet heel goed te zijn in sport. Als je toegelaten wordt tot de eerste klas, dan ga je ook door naar de tweede klas. In de bovenbouw (vanaf de derde klas) kun je eventueel verder gaan met sport binnen het profiel Dienstverlening & Producten.’

Enthousiast geworden? Voor meer informatie kun je terecht bij Willem van Santvoort: w.vansantvoort@hethooghuis.nl

 

Leerling Nikky trots op Paarse Vrijdag!

Vandaag is het Paarse Vrijdag. Nikky zit in de leerlingenraad van het Mondriaan College en draagt graag haar steentje bij aan de organisatie van deze belangrijke en bijzondere dag. Ze vertelt hieronder wat haar betrokkenheid bij de leerlingenraad haar al heeft gebracht.

Hoe kwam je bij de leerlingenraad terecht?
Ik vind het leuk om dingen te plannen en te regelen. Bij de leerlingenraad komt dat goed van pas. In de eerste was ik als klassenvertegenwoordiger al betrokken bij de leerlingenraad. Toen ik in de tweede klas zat, vroegen ze me om bij de raad te komen. Dat heb ik gedaan.

Wat doen jullie dan precies?
De leerlingenraad komt elke week bij elkaar tijdens een Mondriaanuur. We denken actief mee over alles wat met school te maken heeft, bijvoorbeeld de lestijden, het schoolplein, de Mondriaanuren en de schoolfeesten. We kunnen aangeven wat we goed vinden en wat we graag anders zouden zien. Daar wordt ook echt naar geluisterd.

Op welke activiteit van de leerlingenraad ben je het meest trots?
Op Paarse Vrijdag. Dit schooljaar regelde ik de activiteiten op het Mondriaan hiervoor. Ik heb bijvoorbeeld de school versierd en presentaties gegeven. Het thema van Paarse Vrijdag vind ik heel belangrijk voor een school: dat je kunt zijn wie je bent, ongeacht je seksuele voorkeur of geslacht. Ik ben er trots op dat ik hier vanuit de leerlingenraad aandacht voor kon vragen.

Draagt de leerlingenraad ook bij aan jouw eigen ontwikkeling?
Ja, ik durfde eerst nooit voor groepen te praten, nu wel. Bij de leerlingenraad leer je een idee presenteren of een plan vertellen. Als ik nu een presentatie geef, ben ik niet eens meer zenuwachtig. Wat me ook heeft geholpen, zijn de voorleeswedstrijden waar ik via school aan meedeed. Ik kreeg veel steun van mijn docent Nederlands, meneer De Louw.

Weet je al wat je in de toekomst wilt gaan doen?
Misschien iets met psychologie of fysiotherapie. Ik wil graag mensen inspireren en helpen.